Combinatieteelt, wisselteelt en polycultuur
Floor Korte
0 Minuten om te lezen
Wisselteelt, combinatieteelt en polycultuur. Allemaal termen waarvan je misschien wel denkt, wat is dit nou eigenlijk, waarom is dit er en wanneer pas je dit toe en moet ik me hier aan houden als ik net wil starten met een moestuin. Ik ga in deze blog je wat meer uitleggen over de verschillen hiervan maar ook welke manier ik toepas in de tuin en wat voor mij dus al jaren goed werkt.
Dit onderwerp kwam ter sprake voordat ik een moestuin live (via Instagram) uitzending had gehad met Jessica Koomen, ze stelde mij, met de kennismaking, de vraag hoe moestuinier jij eigenlijk? Ik moet eerlijk zeggen dat deze vraag, naderhand, bij mij veel losgemaakt heeft. Want heel eerlijk doe ik eigenlijk van alles een beetje, en dat is dus niet helemaal eerlijk hoe ik het uitdraag, het is mijn manier van moestuinieren geworden wat dus heel goed past voor mij. Maar als je net gaat starten is het lastig om het zomaar ineens op alle 3 de manieren te doen en dan ook nog eens samengevoegd. Ik vind dat best lastig om uit te leggen, en dat wordt alleen maar heel erg verwarrend.
Daarom is het naar mijn idee eerst slim om te weten wat wat is, zodat jij er zelf een eigen manier van kunt maken als je alles een beetje onder knie hebt. Niks is fout, het is een groot leerproces en een grote speeltuin die moestuin van je. En zo moet je het ook gaan bekijken. Maak vooral die fouten en leer hiervan.
Hieronder leg ik je dus 3 verschillende ‘manieren’ en hoe ik het toepas. Heb jij nog goede aanvulling hiervoor laat het dan vooral hieronder achter in een comments.

1. Wisselteelt

De eerste stap van de moestuin is snappen hoe het werkt, en daarom starten we eigenlijk met de basisprincipes van het wisselteelt systeem. Deze methode wordt al heel lang toegepast. Dit is ontstaan door de monocultuur, dus het verbouwen van enkel 1 gewas op de zelfde plek. Ze kwamen er snel achter dat dit niet houdbaar was voor de bodem en bedachten toen het wisselteeltsysteem. Dit is het wisselen van teelten in de moestuin om de bodem dus niet uit te putten en zo efficiënt mogelijk te gebruiken.
De gewasgroepen zijn verdeeld in 6 verschillende gewasfamilies. Deze zijn in families te verdelen, omdat ze dezelfde eisen stellen om te groeien. Doordat ze hetzelfde nodig hebben en hetzelfde doen met de grond waarop ze groeien, kunnen we ze dus bijna als gelijke gewassen behandelen. Door deze families lekker bij elkaar te zetten, is het dus heel makkelijk te regelen waar net wat extra voeding gegeven moet worden of welke gewassen net wat meer water nodig hebben.
Dat niet alleen, want als jij ieder jaar deze groepen op de juiste manier verschuift in de moestuin, hoef je maar een keer een moestuinplan uit te werken, omdat je het jaar erna het plan eigenlijk weer overneemt maar dan enkel de groepen een vakje doorschuift. Ik gebruik nu het woord ‘vakje’, omdat je het jezelf makkelijk maakt door met verschillende vakken/zones in de moestuin te werken. Zo kun je makkelijk het overzicht behouden gedurende de komende 6 jaar. Natuurlijk kan er wat door elkaar heen lopen, maar zorg er in ieder geval voor dat je de gewasgroep (kolen) in iedergeval zorgvuldig doorschuift.

De familiegroepen die ieder jaar een plekje doorschuiven zijn:

  1. Bladgroenten: Andijvie, sla, prei, spinazie
  2. Koolgewassen: Boerenkool, broccoli, radijs
  3. Peulen: bonen, erwten, tuinbonen
  4. Aardappelen: aardappelen
  5. Wortelgroenten: bieten, knoflook, uien
  6. Vruchtgroenten: courgette, tomaat, mais

De groepen die ik op een plek heb staan en niet meer verplaats zijn:

  1. //Kruiden
  2. //Vaste planten (artisjok, rabarber, asperges)
  3. //fruit
Ik moest eerlijk zeggen dat ik me dus niet altijd heel strikt hou aan de regels van het wisselteeltsysteem. Ja, ik start het seizoen altijd met een gedetailleerd plan ingedeeld in de vakken, maar ik kom er dan al snel achter dat er dan wat dingen mislopen en dat plant ik ook maar wat dingen bij elkaar. En ik moet eerlijk zeggen dat deze basis al 10 jaar goed werkt. Je zal merken dat jij hier ook tegenaan gaat lopen op den duur en dat is dus helemaal niet erg om ook gewoon wat te gaan proberen wat er wel en vooral ook niet werkt in jouw tuin. Natuurlijk hou ik in grote lijnen wel rekening met de familiegroepen die je het beste bij elkaar plant, dit heeft voor mij met name te maken zodat de alle vruchtgroenten familie en de kolen familie in de zomer nog een extra berg compost kan geven. Maar verder laat ik het allemaal een beetje gaat in het seizoen en dat voelt heel eerlijk heel bevrijdend. Al blijf ik het wel op deze manier doen, omdat ik het ook heel fijn vindt dat er een plan is, dat als ik het even niet meer weet ik hier altijd weer naar terug kan pakken.

2. Combinatieteelt

Zoals ik al aangaf houd ik me dus ook niet helemaal aan het wisselteeltsysteem maar pas ik ook op heel veel plekken combinatieteelt toe in de moestuin. De geuren van de combinaties kan planten versterken om plagen op een afstand te houden. Maar er zijn ook planten die insecten aantrekken, zoals luizen bijvoorbeeld, waardoor ze die plant opeten en juist niet de andere. Dit heten ook wel vangplanten. Mooi systeem als je er zo over nadenkt toch?!

Ook kun je de combinatie gebruiken omdat sommige gewassen veel schaduw geven aan de bodem, denk aan de doperwtjes en prinsessenbonen (sperziebonen). Deze worden vrij hoog en laten ook plekken eromheen kaal. Zaai deze plekken dan in met pluksla, spinazie of rucola. Deze gedijen goed op ene plekje met mee schaduw ongeacht of ze nu meedraaien in het wisselteelt systeem of niet. Dit mag je dus best wel een beetje loslaten en dit is ook waar het meeste in het seizoen anders loopt, de boom die bij mij in de tuin staat groeit ieder jaar toch weer een beetje en geeft ook weer een beetje extra schaduw, daarom schuif ik ook in het seizoen gewoon met gewassen door de moestuin heen.

Ook is het slim om gewassen naast elkaar te zaaien/ uit te planten die een ander groeitempo hebben. Een goed voorbeeld is radijs en boerenkool. De boerenkool plant kan giga worden en neem dus ook veel ruimte in in de moestuin, maar door dit zover is heb je nog een heel stukje wat leeg staat. hier zaai ik meestal wat radijs of spinazie tussen. Dit is te oogsten in 6/8 weken dus dan hebben deze gewassen helemaal geen last van de schaduw die de boerenkool pas veel later in het seizoen geeft.

De planten waar ik niet zomaar mee ‘rondstrooi’/’uitplant’ zijn de koolgewassen en aardappelen. Met deze 2 ben ik gewoon wat voorzichtiger, ook omdat deze gewassen meer ziektes in de grond maar ook boven de grond kunnen verspreiden. Denk aan knolvoet bij de kolen

Wat is knolvoet

Knolvoet is een schimmel die voor bloemkool, broccoli, paksoi, waterkers, spruitjes, boerenkool heel erg schadelijk kan zijn. Deze schimmel is een parasiet die de planten dood kan laten gaan. Dit resulteert dus tot geen oogst. De schimmelsporen kunnen heel lang in de bodem blijven zitten als er eenmaal zitten, dus zorg ervoor dat je deze gewassen niet ieder jaar op de zelfde plek zaait of uitplant maar ieder jaar een ander plekje geeft. Het beste is om deze planten 4 jaar lang van dezelfde plek weg te houden. Knolvoet kan in het ergste geval 15-20 jaar in de grond blijven zitten. Wisselen dus, dan is er geen rede voor paniek.

Wat is Phytophthora

Phytophthora is een plantenziekte die voornamelijk op de aardappels voorkomt, als je er last van hebt dan natuurlijk. het is een waterschimmel die met name verspreid wordt als het heel veel regent, waait en lekker warm is. het verspreid zich door de lucht en neemt plaats in de bodem en deze verspreid weer ondergrond door water. Je merkt het door bruine vlekken op de stelen en de bladeren, haal deze zo snel mogelijk weg en voer ze ook af. Gooi deze resten niet op de composthoop anders verspreid je het later nog meer door de moestuin heen. Ook de tomaten en paprika, peperplanten kunnen hier helaas last van krijgen, als het eenmaal in de bodem zit is het lastig om ervan af te komen. Je kunt er dus beter voor zorgen dat het niet in de bodem komt. Zorg dat planten niet te dicht op elkaar staan en goed droog kunnen worden door de wind, ook in de kas is het essentieel dat er luchtstroming aanwezig is zodat de planten drogen. De schimmel blijft sneller zitten op nat blad.

Voorbeelden combinatieteelt

  • Peulgroenten maken veel stikstof aan in de grond waar ze groeien. Spinazie en sla houden hiervan, omdat stikstof de groei van bladgroei stimuleert. Door deze bladgroenten vlak bij de peulen te zaaien helpen ze elkaar een handje en dat is mooi.
  • Tomaten zijn erg gevoelig voor aaltjes aan de wortels. De aaltjes eten de wortels op waardoor de plant doodgaat. Afrikaantjes, ook wel ‘stinkertjes’ genoemd, houden deze aaltjes op een afstandje.
  • Wortels zijn erg gevoelig voor de wortelvlieg, maar die houdt niet van de geur van uien. Door een rij uien of prei naast de wortels te zaaien houd je deze nare vliegjes op een afstand en eten de ze wortels niet op.
  • Over tomaten en wortels gesproken. Plant en zaai deze niet naast elkaar in de moestuin. Tomaten scheiden namelijk een stofje af dat de groei van wortels negatief beïnvloed.
  • Oost-Indische kers is een vangplant die luizen aantrekt. Zaai je deze naast soorten die erg gevoelig zijn voor luizen, bijvoorbeeld tuinbonen, dan zullen de luizen deze soorten minder bestormen, omdat ze als het ware worden afgeleid door de Oost-Indische kers.
  • Aardbeien zijn een favoriete snack van slakken en muizen. Poot er teentjes knoflook tussen dan houdt het deze beestjes op afstand.
  • Een andere combinatie die vooral ruimtebesparend is en ook wel ‘de drie gezusters’ wordt genoemd, is pompoen, mais en sperzieboontjes. De mais gaat de lucht in, de sperziebonenplant kan zich er mooi omheen wikkelen en de pompoen fungeert als bodembedekker.
  • Tomaten en komkommers vallen beide in de vruchtgroenten-familie maar kun je beter wat verder van elkaar vandaan zetten. Tomaten houden namelijk in de groeiperiode van wat minder water dan de komkommers.

Polycultuur

Oke en dan heb je ook nog polycultuur, heel eerlijk tot voorkort ook voor mij geheel onbekend eigenlijk. Maar als je je erin gaat verdiepen, wat ik altijd doe want ik wil altijd blijven leren, dan kom je erachter dat eigenlijk mijn manier van moestuinieren al een beetje polycultuur is en dat dit gewoon heel fijn en vooral heel bevrijdend werkt. Maar het is ook niet zomaar alles bij elkaar planten, want er zit ook een lijn en structuur in. Dit heeft veel met de stoffen die de planten afgeven te maken.

Wat is Polycultuur

De techniek waarbij meerdere gewassen bij en door elkaar op hetzelfde stuk land of tuin worden geteeld. En de definitie van polycultuur: “Een vorm van landbouw waarin meer dan één soort tegelijkertijd en in dezelfde tuin wordt geteeld, in navolging van de diversiteit zoals die in de natuur voorkomt.

Mijn inspiratie + inspiratie voor jou

Mijn eerste kennisgever van dit onderwerp was dus Jessica Koomen, ze gaf aan dat ze al jaren deze methode toepast in de moestuin en er ook steeds meer over leert door het gewoon te doen. Voor nog meer verdieping hierover zou ik zeker de boeken van Frank Anrijs aanbevelen, alle 4 zijn boeken zijn super interessant, hierin staat ook heel goed omschreven wat de combinaties in de moestuin vooral aan voordelen hebben in de moestuin maar ook hoe je de insecten echt kunt af- en misleiden met deze manier van tuinieren. Je laat de tuin dus wel vol met insecten en beetjes want je verjaagd ze niet maar door vaak op de juiste manier te combineren helpen deze planten elkaar dus weer, als vangplanten. Ook is het boek de ongespitte tuin – Charlie Nardozzi een aanrader. Daarnaast zijn Charles Dowding in Engeland ook een goed voorbeeld van het anders doen dan de wisselteelt manier van je eigen groenten verbouwen. Hij wisselt helemaal geen teelten en laat ieder jaar alles op dezelfde plek staan, weet dus dat het anders kan, dat je best eens van de regels af mag stappen en eens kunt experimenteren. Wees niet bang.

Meer weten

Wil je meer leren over deze onderwerpen, ik leg ook de basis hiervan uit in mijn moestuin cursus.